PAC Osteopathie bij kinderen; Kinderorthopedie met Christophe Tylleman (ID nummer: 435798)
ID-nummer: 435798
Opleidingsinstituut: Panta Rhei
De student kent de verschillende orthopedische aandoeningen hierboven beschreven.
De student kan een differentiaal diagnose opstellen tussen de onderlinge aandoeningen binnen
een lidmaat of in de wervelkolom.
De student weet van deze aandoeningen op welke leeftijd ze vooral voorkomen en kan een
prognose geven voor de toekomst naar evolutie.
De student kent de red flags inzake gegeneraliseerde pathologie (genre juveniele artritis, tumor,
...) t.a.v. lokale pathologie.
De student heeft kennis van de embryologische oorsprong van de wervelkolomstructuren en de
extremiteiten in functie van het ontstaan van een aandoening of pathogenese.
De student kent de normale groei van de wervelkolom van baby tot adolescent en het verschil
met een volwassen wervelkolom op de verschillende leeftijden.
De student weet wanneer delen van de extremiteiten meest groeien en wat de prognose kan
zijn bij mogelijke orthopedische aandoeningen (bv fractuur of osteomyelitis)
De student kent het ontstaan van de verschillende curves van de wervelkolom en mogelijke
afwijkingen.
De student heeft kennis van de klassieke orthopedische behandeling van de verschillende
aandoeningen.
De student kent het normale gangpatroon van heup-knie-voet en kan de ouders adviseren naar
prognose bij een afwijkend gangpatroon. (intoeing)
De student kent de differentiaal diagnose van mank lopen bij kinderen van verschillende
leeftijden.
De student weet wanneer hij bijkomend orthopedisch onderzoek kan aanvragen. Er worden
voorbeelden hiervan gegeven.
De student kent de normale stand van de ledematen bij een baby-peuter-kleuter-kind van 8 jaar
en kan een afwijkende stand herkennen.
De student kent de tijdstippen van verbening van de verschillende gewrichten.
De student kan adhv een laser een posturologisch bilan opmaken inzake typologie.
De student kan een scoliose vroegtijdig opsporen en herkennen en het gepaste advies geven
aan de ouders naar prognose/evolutie op die leeftijd. De student weet wanneer hij moet
doorverwijzen. Dit wordt gedaan aan de hand van 3 casussen uit de praktijk met RX en foto’s.
De student weet wat groeipijnen zijn en differentie¨ren t.a.v. andere musculoskeletale pijn.
(Benign nocturnal idiopathic pains of childhood)
De student kent de myodural bridge en kan deze palperen.
De student kent het filum terminale en kan deze palperen.
De student kent het het begrip neuro-meningeal dynamics en kent de werkingsprincipes van de
pons-cord-tract in samenwerking met de hersenmembranen.
De student kan de dura en het membraneus systeem evalueren op restricties en zo hun invloed
op de wervelkolom begrijpen.
De student kent de positie van de conus medullaris op de verschillende leeftijden.
De student kent de invloed van de verschillende zintuigen op de posturologie.