PAC Osteopathie bij kinderen; viscerale problematiek bij baby’s en kinderen (ID nummer: 435822)
ID-nummer: 435822
Opleidingsinstituut: Panta Rhei
Digestief systeem
De osteopaat heeft kennis van de mogelijke oorzaken en gevolgen van een overbelaste spijsvertering en verzwakte spijsvertering
De osteopaat heeft kennis van de mogelijke impact van bepaalde voedingsmiddelen, aanpassingen in levensstijl, omgangsmaatregelen of het doormaken van emotionele of traumatische gebeurtenissen op de spijsvertering van het kind
De osteopaat heeft kennis van de fysiologie van het slikproces, het spijsverteringsproces, defecatieproces.
De osteopaat heeft kennis van afwijkende mondgewoonten.
De osteopaat heeft kennis van een normaal en afwijkend ontlastingspatroon.
De osteopaat heeft kennis van de osteopatische aandachspunten bij alle bovengenoemde problemen t.a.v. het totale spijsverteringsproces.
De osteopaat kent het belang van duidelijke uitleg en advisering aan ouder en kind m.b.t. het verloop van de klachten.
Urogenitaal systeem
De osteopaat heeft kennis van de bezenuwing van de blaas
De osteopaat heeft kennis van de fysiologie van de mictie
De osteopaat heeft kennis van de fysiologische evolutie van zindelijkheid
De osteopaat heeft kennis van de van de normale blaascapaciteit
De osteopaat heeft kennis van stress-incontinentie, urge-incontinentie, incontinentie door extra-urethrale oorzaken en hyperreflexie van de blaas.
De osteopaat heeft kennis van reservoirfunctiestoornissen en ledigingsstoornissen.
De osteopaat heeft kennis van het begrip bedplassen, de mogelijke oorzaken en de klassieke aanpak
De osteopaat heef kennis over het ontstaan van een dysfunctioneel plaspatroon: het verloop, het klinisch beeld, de mogelijke oorzaken en de reguliere aanpak
De osteopaat heeft kennis van de mogelijke onderzoeken die gebeuren bij blaasproblemen
De osteopaat heeft kennis van de de osteopatische aandachtspunten bij blaasproblemen en de advisering hierbij.
De osteopaat leert anamnese, inspectie en onderzoek samen te leggen om te weten waar de focus zal liggen bij het opstellen van een behandelplan maar tevens te herkennen wanneer moet worden doorverwezen worden naar een arts.